Geneeskunde in Cordoba in de 12de eeuw
Jan Joosten
Gezondheid en ziekte zijn nauw verwante begrippen maar niet elkaars tegenpolen. Bestrijding van ziekten, bijvoorbeeld door het gebruik van antibiotica of door een chirurgische ingreep, en bevordering van gezondheid, bijvoorbeeld door preventie zoals vaccinatie of leefregels, zijn dan ook van elkaar te onderscheiden activiteiten. Dat is niet alleen nu het geval maar ook in het verleden. De behandeling van een ziekte of manieren om ziekten te voorkómen worden bepaald door de ideeën over de aard of oorzaak van de ziekte en over wat onder gezondheid wordt verstaan. Niet alleen artsen doen dat, maar ook leken. De hoofdpijn van iemand die de avond ervoor stevig heeft gedronken wordt anders gewaardeerd en behandeld dan de hoofdpijn van een lijder aan migraine of van iemand die eerder voor kanker is behandeld.
In de afgelopen 150 jaar is onze kennis van de biologie van het menselijk lichaam, over de oorzaken van ziekten en de mogelijkheden om deze te behandelen explosief gegroeid. Daarnaast is de aard van de ziekten waaraan we lijden sterk veranderd. Schrijven we nu ziektes toe aan te veel eten, te weinig beweging of aan genetische oorzaken, tot het midden van de vorige eeuw vormden infectieziektes naast ongevallen en hart- en vaatlijden belangrijke doodsoorzaken. Bij gebrek aan een adequaat inzicht in het ontstaan en beloop van ziekten, werden deze vaak gezien als werk van de duivel, of als straf van God voor eigen zonden of die van anderen. Om die reden bemoeiden niet alleen artsen zich met ziekten, maar mengden niet alleen priesters en dominees zich in deze discussie, maar ook vorsten en machthebbers.
Ondanks de groeiende belangstelling voor en kennis van de anatomie en fysiologie van het menselijk lichaam, werd tot ver in de 19de eeuw een beroep gedaan op teksten uit de klassieke oudheid om ziekten te begrijpen en te behandelen. Dat deze in Europa bekend konden worden, komt voor een belangrijk deel de zeven eeuwen durende Arabische overheersing van Spanje.
Door de Arabische veroveringen werd Spanje in de achtste eeuw deel van het nieuwe, op de Islam gegrondveste rijk dat zich uitstrekte van het westen van Inda tot de Pyreneeën. In Alexandrië kwam de medische kennis van de grote beschavingen samen, van China, India, Afrika, Perzië, van de Kelten, de Grieken en de Romeinen. In deze begintijd van de Islam was men uitermate benieuwd naar de wijsheid van al deze volkeren en wilde men deze ook testen en toepassen. In het immens grote Arabische rijk, konden geleerden uit Perzië in Spanje bekend worden zoals Rhazès (Teheran 860), Avicenna (Bachura 980) en omgekeerd het werk van Spaanse geleerden als Averroes (Cordoba 1126) of de Joodse geleerde Maimonides (Cordoba 1138) in het Midden Oosten. Zo werden de teksten van Aristoteles en Galenus in het Arabisch vertaald en in het Latijn en Grieks gekopieerd. Met de reconquista werden deze geschriften ook weer in West-Europa bekend.
In deze lezing gaat men in op de bijdragen van deze geleerden aan de geneeskunde. Daarbij gaan we vooral in op hun manier van denken over gezondheid en ziekte en hoe de eerste te bewaren en de laatst genoemde te behandelen.